tourmalet

Tourmalet, de slechte weg

15 juli 2021

De Tourmalet heb Ik één keer gefietst. Vanaf Saint Marie de Campan, de kant van waar donderdag de 18e etappe ook aankomt rijden. Ik was in de Pyreneeën op vakantie in Argelès-Gazost, een mooi stadje tussen de Tourmalet en de Aubisque. 

Luz Ardiden

Dat jaar was er een finishlijn getrokken op Luz Ardiden, net als dit jaar. En ook toen rolden de coureurs eerst over de Tourmalet. We hebben die etappe langs de weg gestaan. Via een klein weggetje reden we de berg een stukje op en liepen daarna een verder omhoog. Voor ons idee stonden we halverwege de klim maar toen ik later Luz Ardiden zelf reed bleek dat een ernstige misvatting.

Wat ook een misvatting was: we meenden op dit steile stuk alle renners wel te kunnen herkennen. Nee dus, het ging sneller dan gedacht. En we hoopte op Robert Gesink, maar die had een jour sans. We hebben hem bovendien gemist omdat hij toen de witte trui droeg. Goede voorbereiding.

Luz Ardiden is de klim vanuit het stadje Luz Saint Saveur in westelijke richting. Het is eigenlijk best goed te doen, wel een beetje saai, vooral omdat er boven geen beloning ligt: een grijze betonnen massa, dikke staalkabels die via grote ijzeren palen op betonnen voeten de berg overspannen. Het was die dag ook koud en mistig. Niets aan.

Ernstig ziek

De Tourmalet is mooier hoewel het daar ook koud en grijs was toen ik de bergpas beklom.

Er was een ernstig zieke voor wie ik deze col wilde bedwingen. Het bijgeloof dat een succesvolle beklimming een positief teken zou zijn voor mijn zieke ‘passagier’ had me in de greep.

Ik begon mijn tocht in de zon en aangename temperatuur. Al gauw kwamen er wolkjes. En in het bos waar de weg een lus naar het zuiden maakt, begon het iets te regenen. Ik realiseerde me dat ik waarschijnlijk in de klassieke Pyreneeën-fietsers-val ging trappen. Na het bos is een arcade waar je droog fietst maar het stuk naar het skidorp La Mongie regende het volop.

Het bijgeloof zei me dat ik niet mocht afstappen en de sfeer in het dorp verleidde me al helemaal niet om te stoppen. Toch zou een korte stop me goed hebben gedaan. Het laatste stuk is geen kattenpis.

Col de Tourmalet

De col de Tourmalet is er een uit het boekje: een weg over het laagste stuk (weliswaar 2100 meter) van een bergrug om in het andere dal te komen. Tourmalet betekent ‘slechte route’. De weg was de nooduitgang voor Luz Saint Saveur als het smalle dal richting Lourdes onbegaanbaar was.

Hoe dan ook, het is een bergpas die niemand graag neemt. En ik begrijp waarom. Ik heb me zelden zo slecht gevoeld. Misselijk van de kou, geen gevoel meer in mijn voeten en vingers en (destijds) geen bereik met de telefoon.

Zielsgelukkig

Tegenover Jacques Goddet was een café waar ik probeerde op te warmen. Maar veel tijd gunde ik mezelf niet. Vanwege het vreemde idee dat mijn afzien een deel van de pijn van de ander kon wegnemen stapte ik snel weer op. Met stramme vingers ging ik de afdaling in. Remmen deed ik met mijn hele hand waardoor ik niet lekker kon sturen. Mijn geluk was dat de zon al snel ging schijnen. Ik was verbaasd en zielsgelukkig hoe snel de warmte mijn vingers weer bereikte. Ik zag het als een gunstig voorteken.

Verslagen

Door de opwarming kon ik Barèges, het dorpje halverwege de afdaling, in volle galop aanvallen. 

Terwijl mijn vingers opwarmden zag ik ook de schitterende vallei in de diepte en, half in de wolken, de col de Tourmalet die ik achter me liet. 

Het ergste zat erop ik had het beest verslagen. En mijn passagier in Nederland zou het vast merken.



« Terug naar nieuws