Mohoric die zijn lippen dichtritst, maar hij bedoelt vast dat iemand anders moet zwijgen. Daar hebben ze in de Balkan toch andere methoden voor?
Als ik aan de omerta in het peloton denk zie ik niet Matej Mohoric voor me, nog zo’n jochie. Met een gebit dat nog gevrijwaard is van orthodontische bemoeizucht. Met een juichgebaar dat alleen in een puberbrein kan zijn ontstaan.
We denken bij het ritsgebaar aan Armstrong die in 2004 -rijdend in de gele trui- in de camera kruipt en zijn mond dichtritst. Armstrong laat daar in alle openheid zien dat hij een mafiose baas is die ervoor zorgt dat er niets meer wordt gezegd. En vooral dat niemand het ook maar in zijn hoofd moet halen om iets te vragen. Niets. Aan niemand.
Ach, en dan Matej, weet hij veel.
Ik denk dat hij enorm baalt van alle journalisten en camera’s rond hun hotel en hun bus. Hij ziet waarschijnlijk hoe meningen over suggesties buitelen en de sneeuwbal uitgroeit tot een lawine van onzin. Matej ziet het allemaal gebeuren en kan er niets aan doen. Hoe kan hij die elkaar versterkende roddelclan het zwijgen opleggen?
Hij kent verhalen over ‘het zwijgen opleggen’ van vroeger. Maar dat was uit een vorige tijd.
Eigenlijk kan dat niet. Alles wat hij zou doen werkt averechts. Bijna alles.
Er is één ding waar hij in ieder geval zelf wat aan heeft.
Matej demarreert, Mohoric wint. Had hij het daar maar bij gelaten.