dat wil zeggen: het is langer licht
Het is huilen met het weer, weinig zon. Je merkt het – in ieder geval dit jaar – dan ook niet zo maar de kortste dag van het jaar is altijd rond 21 december, het begin van de astronomische winter. De keerzijde is: de dagen worden langer. Dat wil zeggen: op het Noordelijk Halfrond. Op het Zuidelijk Halfrond worden de dagen korter.
Deze dag heet de winterzonnewende. De zon staat nu recht boven het zuidelijk halfrond, de steenbok-keerkring. Maar de zon draait weer in noordelijke richting (astronomisch is dat onjuist, want de zon houdt positie, de aarde kantelt). Daardoor worden onze dagen langer. Er is een heel exact moment aan te wijzen waarop de ommekeer plaatsvindt. Dat is 5.23 uur (onze tijd) op 22 december. Vanaf dan worden de dagen op het noordelijk halfrond weer langer.
Op aarde hebben land en water tijd nodig om af te koelen. Daarom zijn januari en februari de kouder dan december. De zon schijnt dan wel langer vanaf 21 december, maar de kracht is niet groot genoeg. Bovendien koelt het water langzamer af dan land waardoor aan zee het nog iets langer duurt. En daardoor kan een nieuwjaarsduik best een aangenaam tijdsverdrijf zijn.
Eigenlijk hebben we als sporters nog niet zoveel aan de langere dagen. ’s Avonds kun je nog niet genieten van extra minuutjes daglicht. In december gaat de zon nog steeds vroeger onder. Het is ’s ochtends eerder licht. Per saldo wordt ‘de dag wel langer’. Begin januari gaat de zon later onder.
Overigens verloopt het lengen der dagen de eerste maanden best traag. In maart gaat het sneller.
Door de klimaatverandering wordt het ’s winters natter. Daar hebben we dit jaar een goed voorbeeld van. Vooralsnog is er tussen de natte periode goed te fietsen of hard te lopen, want de temperaturen zijn uitstekend. Mits er geen blad op de weg ligt. Maar de komende maanden zal het dus kouder worden. En als er dan net zoveel neerslag is als nu dan komt er weinig van fietsen terecht want dan is de sneeuw ons de baas.